Constant 29 jaar
februari 1921
Het Getij, eerste reeks
- Over de aphorisme, door CvW
CvW roemt stijl Nietzsche; aphorisme een bewuste vormkeus voor Nietzsche
Dirk Coster’s “Marginalia”: artistieke kracht van het aphorisme.
CvW verwijt Dirk Coster met deze titel valse bescheidenheid (of: hoogmoedigheid), omdat C. weet dat ze voor hem geen “Marginalia”maar “Maximes” zijn. Het zijn eerder gedichten dan gedachten. Men moet ze ondergaan, niet letterlijk nemen, het gaat om de suggestie. CvW noemt Coster een moralist.
Roemt “Maximes”van de edelman-moralist [Luc de Capiers, marquis de] Vauvenargues [1715-1747]. V. leeft mee met de zwakken: hekelt niet en veroordeelt niet. CvW citeert met instemming het volgende aphorisme van V:
‘Het is soms gemakkelijker zelf een partij te vormen dan trapsgewijze aan het hoofd te komen van een partij, die reeds bestaat.”
maart 1921
- Het Getij
Improvisaties door Frederik Chasalle
Interieur
Thema: de kloof tussen kennis (weten, Faust) en de liefde (erotiek, sex, het vrouwelijke. [niet opgenomen in ander Chasalle-werk]
De dood der Courtisane [idem]
april 1921
- Het Getij
Een inleiding tot de moderne muziek. door CvW
25 april 1921
Constant 30 jaar
mei 1921
- Het Getij
Alphons Diepenbrock overleden 5-4-1921. In memoriam], de redactie, waarsch.CvW.
“Voor hem, wien alle arbeid ernst was en kunstscheppen een religieuze daad beteekende - (...) -, waarom ook aanvankelijk het componeeren van een Mis tot zijn glorieuste jeugddromen behoorde, moest de ongebondenheid der in verwarring geraakte cultuur van de laatste jaren, steeds meer een reden tot inkeer zijn tot wat juist hem als diepste opgave scheen voorgelegd: de concentratie zijner diepste vermogen te vinden in de heldere en beheerschte verbeelding der Apollinische Grieken. “
5 mei 1921
- over CvW in: Nijhoff. Brieven aan mijn vrouw 05.05.1921
“Gisteren ben ik al onmiddellijk naar een concert geweest (Zondagmiddag). Gisteren den heelen dag Diepenbrock, o.a. zijn Elektra-muziek.”
Stan zal ook proberen me Donderdagavond mee te nemen naar een Mahler-avond (Das Lied von der Erde).
juni 1921
- Het Getij
Een Inleiding tot de moderne muziek, door CvW
augustus 1921
- Het Getij
Inleiding moderne muziek, door CvW
augustus 1921
- over CvW, in: Nijhoff. Brieven aan mijn vrouw, p. 84, ongedat. waarsch. aug. 1921
- Lampions in den wind, door Chasalle en Kelk
“Kan je even een Nieuwsje maken over “Grenzen” van Oliveira. Maar haast is er niet bij. Ik schreef al over Kelk en Van Wessem*, en ben nu al bezig over Verwey en Van Schendel.”
* Lampions in den wind door Frederik Chasalle en C.J. Kelk. Het werd, samen met De zonde van Pierrot door Thomas Beker (C.J. Kelk), besproken in Het nieuws van de dag, van 21 augustus.
[zie ook: Mijn broeders in Apollo: p. 53]
21 augustus 1921
- Martinus Nijhoff over Lampions in den wind, opgenomen in: M. Nijhoff, De pen op papier.
‘Twee moderne merkwaardigheden, twee “curiosité,’s esthétiques”, zonderling en bijzonder.”Men wordt zich weer bewust van de taal, dat elk woord een dubbele functie heeft. 1: de taal als brug (middel). 2. De taal als zelfstandig ding, het woord is een voorwerp.”Wie de wetten van het woord beheerst is een dichter, een trouvère,een “vinder”.‘
De “poèmes en prose”die F. Chasalle bijeenbracht zijn’geen subjectieve gevoelsuitdrukkingen die, hoe zuiver dan ook, steeds begeleidingen van het leven blijven - het zijn objectieve beeldvormingen die, hoe bizar en eigendunkelijk ook, iets “afgekoelds” hebben, het zijn als het ware “woordvoorwerpen”, en er is, bij alle verstandelijke exactheid van stijl en woordkeus, iets zo hards, zo onpersoonlijks in dit proza dat deze kunst de schijn heeft, uit psychische onbewustheden voort te komen’.
Franse voorbeelden: Gaspard de la nuit van Bertrand en proza van Rimbaud.
Dit proza zal nimmer populair worden, omdat voor de meesten taal en mededelingsmiddel is.
Typering vd jonge dichter Kelk: hij lacht. ‘Niet een fijn lachje van een esthetisch opmerker, niet een “stille lach”.
Nijhoff. kritischer over Kelk.
september 1921
- Het Getij, 1921, tweede reeks Sept. nr 3
- Ephemeriden, door Frederik Chasalle.
- De Duitse Romantici van omstreeks 1800, door J.M. Hondius en Constant van Wessem
27 september 1921
- van Slauerhoff* aan CvW, Amsterdam, 27.09.1921
- waardering gedichten
Mijn dank voor uwe waardering, die mij veel genoegen deed: om hare oorspong & de zeldzaamheid. Ik hoop dat werk dat ik spoedig inzend, u ook spoedig onder ogen komt, dat het u weer goed bevalt, ook en vooral een zeker dichtstuk over Corbière, dat misschien wat buiten 't kader valt, dat Gij dan hoop ik wel uit zal willen leggen om't erin op te nemen, gedachtig de functie van getijden.
Als die iemand van Chasalle die wel een gek [........?] kan, het Reddingius ook maar doet, dan zijn we klaar en behoeven niet meer bang te zijn. Is dit geen bevrijdingskant?
*J. (Jan Jacob) Slauerhoff, 15.09.1898-05.10.1935
october 1921
Het Getij
- De Wei der Ideetjes, door CvW
Citaat Heine; over ‘ideeën-waan’, “men hoort Mahler en schrijft boekjes over Mahler; figuren a la mode: Nietzsche en Dostojewski, plagiaat, kuddegeest; idee(tje) gaat voorbij aan het wezen; ‘meesterlijke’ boekjes als van Coster over Dostojewski: “motief” voor hun persoonlijke ideetjes; met aangenomen termen als ‘psychologie’, ‘symbolische samenvattingen’en ‘occultisme’ wordt Dostojewski verklaard als vernieuwer van de Europese geesteswereld; Dost. niet verbijzonderen, maar eenvoudiger benaderen; het leven niet door ideeën te begrijpen; Picabia.
Zie ook: Gillis J. Dorleijn, Weerstand tegen de avantgarde in Nederland (2002), p. 11 De stem (1921 e.v.)
‘Tot die [anti-De Stem] jongeren waarop Coster doelt behoort mogelijk Marsman, die onder andere in het ‘eerbiedwaardige’ tijdschrift De Gids inderdaad anti-Stemgeluiden had laten horen, maar het zijn vooral toch de jongeren van Het Getij die het nieuwe tijdschrift dat ze als een directe concurrent zien op de markt van het moderne gaan bespotten: G.A. Klinkenberg keert zich, met een beroep op een ‘kosmisch relativisme’, tegen de ethische belijdenissen van De Stem en redacteuren Constant van Wessem en Ernst Groeneveld nemen een paar keer de ernst van Havelaar en Coster op de hak; 81) des te opmerkelijker waar zij, voordat De Stem ging verschijnen, in het algemeen Coster positief hadden bejegend en de literatuuropvatting van enkele Getijers, onder wie redacteur Groenevelt zelf, duidelijk ethisch gekleurd was. Sommige jonge Getij-lieden stonden dus helemaal niet zo ver af van het ethisch beginsel van Costers tijdschrift als ze nu wilden bekennen. Maar de literatuurpolitieke situatie bracht hen ertoe afstand te nemen.
november 1921
-Het Getij
- Krijgt de Nederlandsche literatuur een kans? [anoniem, waarsch. CvW]
Internationale literatuur: afrekenen met artificiële stijl (Narcissus), meer aan “sport” gaan doen, frissche lucht!, de “knock-out”a la Marinetti, de sprong, “niet meer met onze (gebrilde) neuzen op De Pathologie liggen.
Aanteekening over Strindberg, door CvW
Over S. geen objectief oordeel mogelijk, CvW vindt S. te egocentrisch, te problematisch. Vertellingen niet geschikt voor toneel, uitzondering.: Einsam, Droomspel. Maar: elk ander oordeel is ook juist.
december 1921
- Het Getij
- Aan de Redactie van “De Hollandsche Revue”door F. Chasalle en C.J. Kelk.
De Duitsche romantici van omstreeks 1800 door J.M. Hondius en C. v. Wessem
Veelal citaten van Novalis, ps. Hardenberg.
-Bloemlezing van Modernismen (en Archaismen) door een Dilettant, door CvW
Picabia: Wij, Dada’s werden uitgescholden voor gekken, windmakers, aanstellers. Dat was juist het groote succes!
- Dat is ook ons groote succes. Wij zijn Getij-menschen, windbuilen, bewegingmakers. Lees maar bij A.M. de Jong (die toch een baard heeft, helaas, want hij maakt zich boos over ons.) Dansez, dansez en rond, bons papas!
Zie Frederik Chasalle, De clowns en de fantasten, 1924: De rondedans der ‘bons papa’s.
1921
- De Muzikale Reis, door CvW, 1921, Van Munster’s Uitgevers Maatschappij - Amsterdam
1921
- Een inleiding tot de moderne muziek, door CvW, 1921, Van Munster’s Uitgevers Maatschappij Amsterdam