Constant 50 jaar
15 januari 1942
- aan Roel Houwink van CvW, Den Haag, 15.01.1942
- Mijn broeders in Apollo verboden, aandeel der Joden
Mijn uitgever Stols stuurde mij je bespreking van "Mijn broeders in Apollo", die mij, om je instemming en waardering, veel plezier deed. Zij kwam trouwens op een moment, dat zoo iets te aangenamer is: het boekje is n.l. eind Januari (nadat het reeds drie maanden in den handel was!) door de Sicherheitspolizei verboden -, waarbij natuurlijk niet werd medegedeeld waarom, maar waarschijnlijk omdat "het aandeel der Joden (vd Bergh?) uit de Ned. cultuur geweerd moet worden" (zie rede bij instelling Kultuurraad). Bij Stols is de voorraad in beslag genomen en ook bij mij zijn ze geweest. Heb jij er eenig idee van langs welken weg men eventueel "in hooger beroep" kan gaan (want deze willekeur - het betreft immers een tijd van 25 jaar geleden - gaat me toch wat te ver)? Ik heb er geen notie van wie dergelijke verwarde maatregelen beveelt. Want de aanwijzing is natuurlijk van Nederlandse zijde uitgegaan.
Ik wil je graag weer eens ontmoeten, maar moet mijn hoop op later zetten: de kant van Utrecht kom ik nooit op en voor mijn plezier reizen kan in pecuniae causa me niet veroorloven.
30 januari 1942
- Mijn broeders in Apollo verboden door de Sicherheitspolizei
De uitgave en verkoop van boeken werd de 'kultuurdragers' moeillijk gemaakt, getuige de brief die Van Wessem kreeg op 30 januari 1942 van Clara Eggink, namens zijn uitgever A.A.M. Stols:
Zeer geachte heer van Wessem,
Tot onze spijt moeten wij U berichten, dat uw boek "Mijn broeders in Apollo" heden door de Sicherheitspolizei verboden is. Wij hebben dus de verkoop moeten staken, wat heel jammer is, daar uw boek heel aardig ging. Wij zullen echter hopen dat het niet voor al te lange tijd zal zijn. Met vriendelijke groeten, ook aan uw vrouw,
uw Clara Eggink
Het verboden boek, dat toen al drie maanden in omloop was, bevatte Van Wessems herinneringen aan zijn kompanen van Het Getij, onder wie Herman van den Bergh, Cees Kelk, Slauerhoff, Hendrik de Vries, Marsman, Du Perron en Jo Otten.
15 februari 1942
In een brief aan Roel Houwink oppert Van Wessem dat met name één van de Getijers, de joodse dichter Herman Van den Bergh, voor de Duitsers het probleem vormde. Maar zekerheid daaromtrent heeft hij nooit gekregen.
25 april 1942
Constant 51 jaar
2 december 1942
- CvW werkverbod
Op 2 december 1942 kreeg Van Wessem namens burgemeester Westra van Den Haag een officieel schrijven waarin híj tot Groep B gerekend werd, dat wil zeggen tot diegenen die niet (volledig) aan het arbeidsproces deelnamen. Vanaf dat moment mocht hij zijn beroep niet meer uitoefenen.
- Atlantikwall, verlies woning
Van Wessem raakt zijn rustige en prettige woning in De Verhulststraat kwijt aan de zg. Atlantikwall.
De wijk werd opgeofferd aan vestingwerken die de kust moesten versterken. Omdat Van Wessem officieel zonder beroep was verklaard, had hij geen recht op een andere woning. Toen de vordering eenmaal een feit was kreeg hij nog twee weken om zijn vertrek te regelen. Hij weigerde een huis dat hem op de valreep werd aangeboden vanwege Poldi's Weense afkomst. Gunsten van de bezetter aannemen, dat wilde hij niet. Na allerlei omzwervingen werd het echtpaar ten slotte ondergebracht in een opvangcentrum voor evacués in Hengelo.