Constant 58 jaar


1 januari 1949

- aan Mary van Wessem van CvW, den Haag, 01.01.1949

- schrijven, lezen, hedendaagse literatuur, Aafjes
Ik pen myn artikeltjes en lees myn boekjes en heb dan het gevoel dat ik braaf ben. Van voor myn plezier lezen komt dan weinig in, maar s'avonds in bed neem ik soms een oude lieveling (een boek, hoor!) mee en lees daarin. Dat zyn dan Schnitzler of Thomas Mann of Gide. Ook anderen, maar deze heb ik juist de laatste tyd herlezen. Van de tegenwoordige Nederlandse literatuur houd ik niet zo erg. De laatste Aafjes (Het koningsgraf) vond ik maar matig, veel rhetorischer en minder spontaan dan De Voetreis, dat ik een alleraardigst boekje vond.

- gedichten, Gezelle
Gedichten zyn niet enkel "ideeën", maar ook gedichten, naar myn mening. Zo mag ik altyd nog graag naar de oude Gezelle luisteren, die beide op behoorlyke wyze verenigt, al is het op een kinderlyke manier (maar die echt is).

- huidige literatuur te negatief, Anna Blaman
Maar de Nederlandse romans van tegenwoordig acht ik "zwart gesmeer", veel te negatief voor werk van jonge schryvers: zy staan met veel te weinig humor tegenover de dingen van het leven, die weliswaar niet kleurig zyn, maar daarom nog niet perse zwart behoeven te zyn. Daarom kan my de thans zo vereerde Anna Blaman niet bekoren, dat is wysheid uit de spreekkamers der zenuwartsen. Er zit in my een geheel andere geest, dat zul je wel hebben "gehoord" uit "galop Chromatique", en het was my aangenaam, dat een criticus schreef, dat hy voor dit boekje het gehele tegenwoordige roman-geschryf cadeau gaf. Vestdyk, van wiens latere werk ik helemaal niet houd, schreef een roman "Fré Bolderhey", die eigenlyk "Fré Kolderhey"moest heten. Las je het? Lees het anders maar niet.

- Vestdijk
Het is Vestdyk kwalyk te nemen, dat hy met zyn schryftalent (dat hy ongewtyfeld heeft) niets beters vermag te doen dan iemand, die krankzinnigheid simuleert ook krankzinnig te laten worden; laat hy zelf maar oppassen! Maar de jongeren vinden hem een kraan, deze complexenvriend, getuige al het fraais, dat zy over hem scrhyven naar aanleiding van zyn 50ste verjaardag. Laten zy liever de meesterwerken van de wereldliteratuur lezen, de waarlyk grote schryvers, zoals b.v. Tolstoi. Zelfs "De woeste hoogte" is een meesterwerk naast de boeken van de burgerjongen (geestelyk dan) Vestdyk, die alleen vivisectie kan plegen. Trouwens, het geslacht der literaire "aristocraten" sterft in Nederland uit. Wy beleven thans de hegemonie der burgerjongens.
Dit is een prachtige nieuwjaarsoverpeinzing. Hopelyk heb ik je er niet mee verveeld, maar zy kwam nu eenmaal uit myn schryfmachine rollen.

- verjaardag
Ik laat het hierby. Ik zend je nog een boek voor je verjaardag, waarvan ik zelf veel houd. Het is wel een boek van deze tyd, wat hard en onverbloemd in de beschryving der ontredderd uit de oorlog gekomen jeugd, maar gecontrabalanceerd door de figuur van de goede, kinderlyke neger-geestelyke van het Amerikaanse leger, die een poging doet om de kinderen te redden.


9 maart 1949

- aan Mary van Wessem van CvW, den Haag, 09.01.1949

- literaire markt de Bijenkorf
Myn dank voor je brief met belangstelling voor myn gezondheid. Die is intussen wat beter, nadat ik een rechute heb gehad, die my weer achterop bracht.
Niettemin heb ik onlangs een strapaz uitgehaald. Zaterdag 26 februari stond ik op de Literaire Markt in de Byenkorf te Amsterdam, hoewel ik Vrydag nog in bed lag. Je hebt misschien wel in de krant gelezen, dat in de Amsterdamse Byenkorf de schryvers "elkaar" zouden verkopen. Nu, die grap hebben we toen gehad. Van 10 tot 5 uur in een kraampje met z'n tweeën en een cassiere van de Byenkorf (geen schoonheid!) en zó waren er 20 kraampjes met 40 schryvers en schryfsters, grote beroemdheden zoals Top Naeff en A.Roland Holst en mindere goden zoals myn deelgenoot in het kraampje, Evert Zandstra, en ondergetekende. Ik verkocht Kelk en Kelk verkocht my (twee kraampjes naast elkaar).

- Galop Chromatique
Van Kelk had ik van alles in voorraad, maar hy had alleen "Galop Chromatique"; andere boeken van my bleken by de uitgevers uitverkocht. Maar met myn "Galop Chromatique" heeft hy zaken gedan en als een echte marktschreeuwer gewerkt. Het was een heel oploopje voor zyn kraam. Stond hy me daar te schreeuwen:"Galop Chromatique, het meesterwerk van Constant van Wessem, (naar my wyzend) Kyk daar staat ie! (Hoe moest ik kijken?!). Een muziekstuk in proza! Hartstocht uit Hongarye! Magyaren stromen door Europa! Liszt! Liszt! wie is Liszt? Zoek Liszt!". En als een vermaning tot het publiek:"Wie niet leest is een beest!" Zo gingen er heel wat exemplaren weg van het niet goedkope boek (f.5.90). IK wed: anders geen een.

- goed verkocht
Van hem heb ik door elkaar 15 boeken verkocht, het publiek verzekerend dat Kelk evengoed schreef als hy aanprees -. Het was alles zeer vermakelyk, maar toen ik s'avonds in bed lag golfden de duizend bezoekers van de markt nog voor myn ogen. En myn hand was styf van het handtekeningen zetten. Een jongeling van 17 jaar kwam met een koffertje vol boeken aan, met drie van my er by: of ik dit even wou signeren. Wat doe je dan? Weigeren, omdat deze boeken niet op de markt waren gekocht? De jongeling transpireerde van zyn eigen moed, enfin, men is mens en ik signeerde, menslievender dan Top Naeff die om bovenvermelde redenen weigerde -.

- goed onthaald, Anna Blaman
Iedereen wordt goed onthaald door de Byenkorf, diner, borrels, hij buffet, krygt prent van Doeve, "300 negerslaven" die boven kraampje Kelk hing, boek was er echter niet; Kelk op het journaal te zien.
Anna Blaman's boek - deze grootheid was ook aanwezig in persoon - bezit ik niet. Ik las het, maar zou het niet wensen te bezitten. (...)

- CvW niet gelovig
Over het geloof, 'bijbellezing' van MvW, niet-geloven CvW, vb. scene uit La peste van Camus.
Wy kunnen hoogstens proberen zelf die "God van Liefde" op aarde te brengen, volgens Voltaire: als hy niet bestaat moeten wy hem uitvinden.
Maar nu genoeg "sacrilége". Vergeef my als ik gevoelens gekwetst heb, maar soms loopt het hoog op, wel een bewys dat myn "ongeloof" geen "hersenwerk" by my is. H.G, ook aan je zusters


25 april 1949

Constant 59 jaar


16 december 1949

- aan W.L. van Leeuwen van CvW, Columbusstraat 290 Den Haag, 16.12.1949

- portret CvW, bijfiguur
Wanneer moet u een portret van mij hebben? Met foto's zijn er nogal moeilijkheden: ik laat me eigenlijk nooit fotgraferen; wat ik heb zijn uitsluitend amateurkiekjes. Als er daar een bij zou zijn moet dit aanmerkelijk vergroot worden. Maar het is toch niet de bedoeling zulke portretten op te nemen als in de eerste druk van uw boek? Ik zou waarlijk verlegen worden, ik, een "bijfiguur" en thans een volkomen niet meer bestaande figuur in onze letteren.

- gezondheid
Ik dank u voor uw vraag naar mijn gezondheid, die zich feitelijk niet meer hersteld heeft van de oorlog en mijn daarmee verbonden "illegale" avonturen. Het blijft een voortdurende handicap. Dit geldt ook voor evntueel te schrijven "memoires", waartoe ik alreeds door middel van een regeringsopdracht ben aangezocht, zij het dan ook in een enigszins andere vorm, n.l. als "petite histoire". Maar er komt niets van. En om veel redenen schrijf ik eigenlijk niet graag meer.


27 december 1949

- aan W.L. van Leeuwen van CvW, 27.12.1949.

- portret, miskenning, geschiedkundig ovrzicht
Hierbij een portret, dat ik na lang zoeken vond en dat enigszins uit de tijd is, waarover u schrijft. Ik kreeg het na gebruik wel graag weer terug, ik zit niet dik in mijn portretten.
Voor uw schrijven dank ik u zeer. Het doet mij genoegen, dat u mij wat meer "recht" wilt laten wedervaren. Niet dat u mij als "bijfiguur" situeerde - u moogt natuurlijk tegen mijn werk als literator bezwaren hebben - hinderde mij (aan miskenning ben ik al zo lang gewend, want dat schijnt mijn noodlot te moeten zijn), maar het leek mij historisch, met het oog op de feitelijkheden, onjuist, tenminste in een geschiedkundig overzicht.

- stuwende kracht, de jongeren
Zonder mijzelf op te hemelen is de waarheid, dat ik indertijd, toen er zich een jongere generatie van na de (eerste) wereldoorlog ging vormen, voor deze jongeren, die toen nog geen figuren waren, althans niet naar buiten, een stuwende kracht ben geweest - al is alleen door Marsman zulks ruiterlijk erkend, gelijk ook in zijn aard lag-, en niet alleen door mijn administratieve talenten is Het Getij en daarna De Vrije Bladen in stand gebleven, maar door de band, die ons als vrienden en "geloofsgenoten" bond. Mijn correspondenties met Slauerhoff, v.d. Bergh, Hendrik de Vries (die ik nog in de laatste jaren "Toovertuin" hielp opbouwen), Marsman, Houwink in de jaren 1917-1930 getuigen ervan en ook nog met latere figuren als Du Perron en Ter Braak onderhield ik vriendschappelijke relaties, al waarschuwde ik wel eens nadrukkelijk tegen eenzijdigheid - vandaar de verzuchting van Du Perron: "Wat al verschillen bij een gelijkgerichtheid" - maar ik heb, al zeg ik het zelf, de "neus" gehad voor alle figuren, die wat "geworden" zijn en ik geloof dat dit laatste meer betekent dan toejuiching bij algemene erkenning. Zelfs de "nieuwe" Van Schendel heb ik reeds in een artikel van De Vrije Bladen ingeluid, toen Eddy Du Perron mij nog schreef, dat ik hem overschatte.
Waarde Heer van Leeuwen, vergeef mij, dat ik ook eens eenmaal, tegen mijn aard, onbescheiden ben geweest en u wat over mijzelf heb verteld, dat verdacht naar eigen lof riekt.