Constant 59 jaar


23 februari 1951

- van Kees Lekkerkerker, Amsterdam, aan CvW, 23.02.1951

- Slauerhoffs vermeende homoseksualiteit
De quaestie van zijn homosexualiteit zal wel nooit tot klaarheid worden gebracht. Ondanks hardnekkige nasporingen kan ik mijn zegsman maar niet te pakken krijgen. In ieder geval liepen er in studentenkringen in Utrecht geruchten over zijn homosexuale instelling; een hospita aldaar zei mij dat hij nooit "vrouwenbezoek" had ... Het waarschijnlijkst lijkt mij dat hij perioden van heterosexualiteit afwisselde met perioden van homosexualiteit. Volgens de moderne opvatting wordt ieder mens bisexueel geboren (ik hoorde kort geleden een lezing over dit onderwerp van Van Emde Boas) en verdringt of de hetero- of de homokant. Zou een ongeremde natuur als Slauerhoff een van die kanten ooit verdrongen hebben? Als ik zijn zuster spreek zal ik het haar vragen...
je Kees


25 april 1951

Constant 60 jaar


2 mei 1951

- aan Mary van Wessem van CvW, den Haag, 02.05.1951

- zwartgallig
Hartelyk dank voor je fraaie gedicht met wyze levenslessen. Inderdaad was myn laatste brief in zwartgallige stemming geschreven - zo nu en dan heb ik van die uitbarstingen -, derhalve bezwaar je er niet al te zeer over.

- belastingproblemen, rebels
CvW bedankt Mary voor verjaardagspresent, zelf stuurde hy expres niets, vierde het de volgende dag op zyn trouwdag; cvw nog geen ander huis, belastingproblemen met Piet Lieftinck i.v.m. 'vry' beroep en vergeten radiolezing op te geven.
Piet probeert het maar eens, ik moet toch immers ook myn gulden aan de kanonnen bydragen. Maar wat verdedigen die kanonnen? De cultuur wordt doodgedrukt en, nietwaar, de mens zal by brood alleen niet leven-. Doch als ik zie hoe rondom de arbeiders Piet belazeren word ik toch wel rebels. De kleintjes worden achterhaald, de grote bedragen gaan vryuit, omdat er zich nergens een papiertje bevindt, waarop ze staan vermeld. Wees bly, Mary, dat jy géén "vry beroep" hebt, by jou staat alles zwart op wit.


19 augustus 1951

- aan Mary van Wessem van CvW, den Haag, 19.08.1951

- spinazie eten
Je briefje kwam over myn schuldig hoofd! Inderdaad, ik heb de correspondentie wat laten versloffen. Maar er was ook niet veel van belang te vertellen. Behalve Zierikzee "beleefde" ik niets meer. Ik zond je die ansicht om beterschap te tonen, maar nu stop jy de jouwe in je zak en kryg ik niks. Ga zo door, myn dochter (het gezegde luidt: myn zoon, maar honneur aux dames) en ge zult spinazie eten.

- onbeantwoorde vragen
Als het er op aan komt iets te vertellen (behalve over een oude boy van 70, die een schat is, maar jaloers kryg je me toch niet) vertel je eigenlyk niets. En dat heeft het lef my met een heel lystje als bewysstuk te verwyten, dat ik op vragen niet antwoord.

- Zierikzee
Nu ga ik je voor straf wat over Zierikzee vertellen. Dat waren charmante dagen, met een "schat" van een gastheer en gastvrouw, hy bankdirecteur van de Rotterd.Bank, en kunstenaar der gastvryheid, zy alleen maar huisvrouw en moeder, maar niet minder een kunstenares der gastvryheid. Ik herinner me niet meer of ik je mededeelde hoe ik ze ken. Hy vervulde de rol van "Spreker" in een openluchtspel, dat ik voor Uithoorn schreef met het 40-jarig regeringsjubileum van de Koningin (1938) en sinds bleef de vrindschap per brief aan. Dit was echter de eerste keer sinds het begin van de oorlog dat ik hem terugzag en wy hebebn geen spyt gehad van onze reis, die maar eventjes 5 uur duurde (je bent byna even gauw in Parys!), er werd echt "uitgehaald" en Dick Lugt - zo is zyn naam - liet ons als een voortreffelyke ciceronen het gehele oude stadje zien, een engel van een negery, waar niemand komt baden dan een paar nymphen en een paar honden, maar met prachtig begroeide duinen. Als bezienswaardigheid uit de bewoonde wereld moest ik my nog laten bekyken door de intellectuelen van Zierikzee, de leraar Nederlands, de archivaris, enz.

- bezoek
Over laatste bezoek aan MvW te Rotterdam 1947, en sindsdien gebeurde er veel, het meest by jou, wy hebben alleen de voortdurende woningmisere; tante Felicie Jehu gaat in rusthuis (86 jr.); hoopt gauw uitvoeriger van Mary te horen.


4 november 1951

- van Johan van der Woude aan CvW, Den Haag, 04.11.51

- benoeming
Het Openlucht Museum te Bunschoten is een Rijks-instelling, waarvan de burg. van Arnhem voorzitter is. Ik vermoed, dat benoemingen echter door 't Dep. v. O.K. en W. worden geregeld.
Ik heb een roman gereed. Hopelijk is de periode van zwijgen voor mij voorlopig overwonnen.


15 november 1951

- van Johan van der Woude aan CvW, 15.11.1951

- muziekrubriek Vrij Nederland
Ja, je zoudt er voor op reis moeten gaan, want ik had je willen vragen de muziek voor V.N. te doen. En aangezien ik daaronder een landelijke muziekrubriek versta, zou het betekenen, dat je dus daarheen zou moeten gaan, waar iets belangrijks of interessants gebeurt.
Dit betekent, denk ik, wèl lichamelijke vermoeienis
Hij vraagt cvw - als ie het doet, de rubriek stevig in de hand te nemen.


26 december 1951

- van Johan van der Woude aan CvW, 26.12.51

- gezondheid CvW
Wenst Constant en Poldi het beste voor het nieuwe jaar, hoopt dat c.'s gezondheid hem geen parten meer speelt, vindt het spijtig dat Constant het werk bij Vrij Nederland niet aandurfde, 'gezien de vermoeienissen.'

- kliekjes, nieuwe roman
"Ik voel me in de kliekjes daar niet thuis, men gooit elkaar er duchtig de bal toe, en blijf ik hier wonen, dan kun je er buiten blijven."
Overigens: critici moeten er ook buiten blijven.
JvdW is bang dat een nieuwe roman, waar hij sinds 1943 aan werkte, niet zal passen  "in het smalle straatje van de huidige critici", 'daar het met intellectualisme niets van doen heeft."
Vraagt daarom oordeel CvW, "dat tel ik meer dan van Gomperts etc."