Over droom en realiteit, oorlog, Parijs, jaren twintig
Droom en werkelijkheid. Een waan
Zal ik publiceeren of zal ik niet publiceeren. En zelfs, tot publiceeren besloten, had ik, onder het copieren, het manuscript nog wat terzijde gelegd.
“Alles wat in het leven scheppend en vormend is ontstaat uit een gedachte, die in een innerlijke oer-bodem werd gevormd. Het Derde Rijk van Hitler was ook een “droom”, hoezeer die als een Djaggernauth[?] -wagen over ons heen is gegaan, ons verbloedend en verminkt achter latend. “
Wij zijn er veel te veel aan gewend geraakt ons door de realiteit, die wij door onaangename prikkeling van onze zintuigen ervaren als de realiteit te beschouwen, zoals trouwens de geheele grof-zintuigelijk te ervaren wereld (de aangename prikkeling van een glas bier voor den dorstige b.v.). Doch in de andere realiteit, die van den droom - die in wezen het leven van een innerlijke staat is, nog zonder de vorm van een verstoffelijking - bestaan deze aangename en onaangename sensaties evenzeer.
Velen hebben zich in de oorlogsjaren op den innerlijken staat teruggetrokken als een vorm van zelfbehoud. Het was allerminst angst of lafheid, een zich oogkleppen aandoen of inertie. Dit alles is slechts een beoordeling uit onbegrip en een begrip van de werkelijkheids-philister - die van de werkelijkheid toch ook niets begrijpt.”
“De idealisten van den daad - d die zich vooral in de oorlogstijd hebben doen gelden - vergeten, dat hun daad: het neerschieten van een S.S.man evenzeer, wanneer men de norm van een “vlucht”wil laten gelden, een vlucht in de daad als “Ausggleich”voor den ondragelijken druk van een “luchtledig”zelf, dat ontstaat wanneer men zijn zelfbehoud niet kan vinden in een versterking van den innerlijken staa. Ik bedoel hiermede allerminst een kleineering, ik erken, dat wat zij deden in ieder geval “gevaarlijker”was - lichamelijk gevaarlijk tenminste - dan waaraan zij blootstonden, die dit ondragelijk “luchtledig”, dat rondom alles met verstikking bedreigde, teweer stelden door de activeering van het innerlijke leven, door zich op zichzelf terug te trekken als basis van strijd tegen de verarming van het cultureele en geestelijke, dat óók de werkelijkheid aanging. De oorlog heeft niets veranderd aan deze beide categorieen van menschen - die beiden geneigd zijn hun categorie te overschatten, toegegeven, doch die daarom niet minder wezenlijk zijn als het bestaan van verschillende structuurvormen van het menschelijke leven, die door beide categorieen bepaald worden. Is de een nuttiger dan de ander? Kan slechts een vraag wezen voor de aspecten, waaronder men zich dat “nut” voorstelt en welks beantwoording mede afhankelijk is is van individueele, allerminst algemeene maatstaven. Er schuilt in gedisqualificeerde “droomen”van een dichter nog een goed deel ressentiment van een nite-bezittende tegen de bezittende, zich voorstellend, dat de bezittende “het gemakkelijker heeft”dan de niet-bezittende: au fond benijdt de “droomer”.
Herinneringen aan Parijs, jaren twintig
23-29 juli - Ook ik in Parijs
De aankomst is overstelpend, de drukte beklemt eerst, electriseert dan. Men laat zich drijven op een stroom. Het leven ligt open, op straat, in de café’s op de boulevards, de magazijnen, de boekenstalletjes. Fantastische speurtochten naar boeken en curiosa. Ik vind een mooi gebonden deeltje van Stendhal’s “De l’amour”.
Ontmoetingen met de Nederlandse journalisten, o.a. op hun Vrijdagmiddag-lunch. Dans (Sakharof), moderne muziek (Ballets Russes). Enz. enz. Welk een wereld als men Holland achterlaat!
In het Louvre.Grieksche beelden. Men kan over Grieksche beelden niet oordeelen wanneer men ze niet werkelijk in marmer heeft gezien.
Wij, mijn vrouw en ik, blijven tot 29 juli, dan verlaten wij Parijs als op de vlucht. Het is er na vijf dagen zoo warm geworden (sirocco, woestijnwind), dat het asfalt onder de voeten wegsmelt. Met moeite kunnen wij in een trein: de vrouwelijke beambten van het plaatsbureau, door de warmte uitgeput, blijven amechtig en apathisch op haar plaats zitten en helpen niet meer. Enkel door achter een loket door te dringen kunnen wij nog een couchette (van 440 francs) voor Chamonix veroveren.